
Citroën ë-C5 Aircross 210
Review - oktober 2025
Mocht je de keuze tussen de Opel Grandland en de Peugeots 3008 en 5008 al niet makkelijk vinden, dan maakt de komst van de technisch identieke Citroën ë-C5 Aircoss het nu nog wat moeilijker. Toch legt deze nieuwkomer net iets andere accenten.

Nieuw verhaal
Vergeet de ‘oude’ C5 Aircross, met de opvolger schrijft Citroën echt wel een nieuw verhaal. Het plot is echter al goed bekend, want de auto staat op hetzelfde STLA Medium-platform als de net even grote Opel Grandland en de respectievelijk iets kleinere en iets grotere Peugeots 3008 en 5008.
Net als bij die Duitse en Franse kun je kiezen tussen twee accuformaten. Met die van 73,7 kWh raak je maximaal 520 kilometer ver, de accu van 97 kWh is goed voor een fraaie 680 kilometer. Met de Eco-rijmodus lijkt het wel mogelijk dat rijbereik vrij dicht te benaderen, of toch bij milde temperaturen. Blijft dat het snellaadvermogen met 160 kW anno 2025 aan de matige kant is.

Vooral comfort
Voor het extra vermogen is de Longe Range geen must, hij is met 231 pk niet echt veel krachtiger dan de Comfort Range. Die komt met 213 pk en presteert door zijn lagere gewicht zowat even goed. Voor een sportieve rijdynamiek moet je de C5 Aircross niet kopen, de focus ligt veel meer op het soort hoogstaande comfort waar Citroën een patent op heeft.
De ophanging is niet van het adaptieve type, maar de vering is voorzien van hydraulische bumpstops. Ze vangen de ergste klappen geleidelijker en dus ‘beter’ op, zodat de auto ook op slechte(re) wegen nog comfortabel rijdt. Geen loze praatjes, de ë-C5 Aircross toont zich echt wel een aangename reis- en familiewagen.

Kwestie van smaak
De looks van de C5 Aircross zijn nogal bijzonder, met scherpe lijnen, diverse extra elementen uit kunststof en Light Wings gedoopte lichten die als een soort vinnen op het achterwerk zitten. Net als de vorm van het lichtjes aflopende dak en de luchtinlaten en deflectoren op de flanken dragen ze bij tot de gunstige stroomlijn van de wagen. Over de esthetische ‘kwaliteiten’ zullen de meningen hoe dan ook wel wat verdeeld zijn.
Dat is wellicht niet het geval voor het interieur, echt een van de mooiste creaties in dit segment. Het compacte stuurwiel, het eerder discrete digitale instrumentenbord, het Cascade gedoopte en dan ook verticale (en schuine) infotainmentscherm en de tweeters van het audiosysteem, het oogt allemaal bijzonder stijlvol. Jammer wel dat er hier en daar nog wat harde plastics zijn gebruikt.

