Onderzoek Ayvens: Nederlands bedrijfsleven wil betaalbare duurzame mobiliteit en bereikbare regio’s buiten de Randstad
Zero emissie-zone ‘hindert’ ruim een derde bij bedrijfsvoering
Betaalbaarheid en toegankelijkheid van duurzame mobiliteit zijn belangrijke thema’s voor Nederlandse bedrijven. Dat blijkt uit onderzoek van Nederlands grootste leasemaatschappij Ayvens. In aanloop naar Prinsjesdag legde Ayvens mobiliteitsgerelateerde aspecten uit het hoofdlijnenakkoord voor aan beslissers over mobiliteit en duurzaamheid van bijna 400 Nederlandse bedrijven. Hieruit blijkt ook dat ruim een derde verwacht dat de zero-emissie zones de bedrijfsvoering gaan hinderen.
Stadslogistiek en zero-emissie zones
Uit het onderzoek van Ayvens blijkt dat 34 procent van de bedrijven verwacht dat de zero-emissie zones de bedrijfsvoering hindert. 46 procent ziet het verduurzamen van stadslogistiek als een uitdaging. Logischerwijs ziet het merendeel van de respondenten die werkzaam zijn binnen de transport en logistiek dat als zodanig, maar verrassend genoeg geldt dit ook voor mensen werkzaam bij de overheid. Sander Pleij, Country Managing Director van Ayvens: “Duurzame mobiliteit is een groot onderwerp dat bij veel bedrijven hoog op de agenda staat. Belangrijk is dat we duurzame mobiliteit betaalbaar en toegankelijk houden. Voor het bedrijfsleven, maar ook voor de particuliere automobilist. Kijkend naar de gepresenteerde Miljoenennota zijn we daar niet gerust op.”
Subsidies en kortingen moeten blijven
Nog maar 5,5 procent van alle auto’s op de Nederlandse wegen is elektrisch. “Momenteel zien we een opwaartse trend in het aantal verkochte tweedehands elektrische auto’s en plug-in hybrides. Zoals ook de Bovag en VNA stellen zou het jammer zijn wanneer versobering van het stimuleringsbeleid gaat zorgen voor een neerwaartse trend, of dat gebruikte elektrische auto’s noodgedwongen naar het buitenland geëxporteerd worden.” vervolgt Sander Pleij.
Ayvens vindt het daarom belangrijk een fiscale brug te vormen tussen het aanbod van zakelijke elektrische auto’s en de particuliere vraag naar jonge tweedehands elektrische auto’s en adviseert de regering het volgende aan te passen:
- 1.
Pas vanaf 2026 een volledige gewichtscorrectie toe op de motorrijtuigenbelasting voor elektrische auto’s. Elektrische auto’s zijn zwaarder dus betalen EV-rijders zonder die correctie meer belasting. Dat is tegenstrijdig met het doel om duurzaamheid te stimuleren.
- 2.
Handhaaf de SEPP subsidieregeling waarbij particulieren 2.000 euro subsidie kunnen aanvragen voor een tweedehands elektrische personenauto. Hetzelfde geldt voor de SEBA subsidieregeling voor de aanschaf van nieuwe elektrische bedrijfswagens door bedrijven. Om elektrisch rijden blijvend te stimuleren, bij zowel particulieren als bedrijven, raden wij aan om dit in ieder geval de komende jaren aan te houden.
- 3.
Na 60 maanden gaat de bijtelling voor een elektrische auto naar het standaard bijtellingspercentage van 22 procent. Een eventuele korting is afhankelijk van de op dat moment geldende regelgeving. Daarmee worden tweedehandsauto's voor de zakelijke markt aanzienlijk duurder. Ook zorgt dit voor onnodige onduidelijkheid. Elektrische auto’s hebben een langere levensduur, rek daarom de 60 maanden op naar 72 of zelfs 84 maanden.
Pleidooi voor duidelijkheid
Vooral de onduidelijkheid over duurzame mobiliteit zorgt voor onzekerheid. “Wij pleiten ervoor dat Nederland koploper blijft in de transitie naar duurzame mobiliteit. Daar is een lange termijnvisie voor nodig met betrouwbaar beleid en duidelijke bepalingen, in het voordeel van het toegankelijk en betaalbaar houden van duurzame mobiliteit", besluit Sander Pleij.